het beheer in de pkn
Beheer in de verenigde kerk

De voorbereiding is nu zover dat aan het eind van dit jaar het besluit tot vereniging kan vallen. In 2004 zullen dan de Nederlandse Hervormde Kerk (NHK), de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) en de Evange-lisch Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden (ELK) aangesloten zijn bij één en hetzelfde kerkver-band, het kerkverband van de Protestantse Kerk in Nederland, of kortweg de PKN. Ook de kerken in Nije-veen en Kolderveen zullen dan aangesloten zijn bij hetzelfde kerkverband en gebruik kunnen maken van en rekening moeten houden met dezelfde regelgeving. De regelgeving is neergelegd in de nieuwe kerkorde en nader uitgewerkt in een aantal ordinantien. Daarnaast zijn op tal van punten overgangsbepalingen ontwor-pen om bepaalde facetten geleidelijker te laten verlopen.
Bij de hereniging zullen de drie kerken in Nijeveen en Kolderveen als organisatie nog afzonderlijk van elkaar werken. Wel is het de bedoeling de SOW-activiteiten verder uit te breiden met het uiteindelijke doel om in de toekomst tot één organisatie te komen.

In de komende kerkbladen zal steeds een thema van het nieuwe kerkverband worden belicht. De te ver-wachten thema's zijn het beheer, de gemeenteleden, de kerkenraden, de classis en de synode. Ook kunnen thema's worden belicht die door U als leden aan de orde worden gesteld. Er zullen gemeenteavonden wor-den belegd om U, vóór de definitieve besluitvorming, te informeren. De eerste SOW-gemeentevergadering vond plaats op 12 maart 2003 na de kerkdienst op de biddag voor gewas en arbeid.

Het beheer in de verenigde kerk

Dit artikel gaat over het beheer in de verenigde kerk. De verenigde kerk bestaat uit de huidige Hervormde Kerk (NHK), de Gereformeerde Kerken (GKN) en de Lutherse Kerk (ELK). De nadruk ligt in dit artikel op de situatie in de plaatselijke kerken en gemeenten.

Wat is beheer?

Het kerkelijk leven kost geld. Kerkelijke gemeenten hebben eigendommen. Meestal is er ook sprake van een predikant die, tegen betaling, aan een gemeente is verbonden. Soms zijn er meer betaalde functies binnen de eigen gemeente, zoals die van koster en pastoraal medewerker. Beheer betekent dat personeel, geld, gebouwen en bezittingen zo goed mogelijk worden ingezet ter ondersteuning van de eigen gemeente. De kerkorde (kerkelijk wetboek) spreekt van het 'rentmeesterschap over de financiële zaken'.
Naast kerkelijke regelingen komen er bij het beheer ook vele niet-kerkelijke regelingen om de hoek kijken. De kerk maakt hierin onderscheid tussen het beheer van diaconale (sociale zorg) en niet-diaconale midde-len.

Wie zorgt voor het beheer?

De kerkenraad (plaatselijk kerkbestuur) draagt de eindverantwoordelijkheid voor het beheer in de eigen kerk. De opbouw en instandhouding van de gemeente is toevertrouwd aan colleges van diakenen en kerkrent-meesters (beheerders). Men kan in de eigen kerkelijke gemeente besluiten om ook ouderlingen en andere leden van de gemeente in het college van kerkrentmeesters te benoemen. Het diaconaal beheer daarente-gen is alleen voorbehouden aan diakenen. Veel uitvoerend werk vindt plaats door de inzet van gespeciali-seerde vrijwilligers of beroepskrachten zoals koster of (leden) administrateur. Soms besteedt men werk uit aan derden. Men kan bijvoorbeeld de boekhouding uitbesteden aan een administratiekantoor.

De classicale vergadering (bijeenkomst van meerdere kerken uit de eigen regio) draagt de beheersverant-woordelijkheid op classicaal niveau. De generale synode (landelijk vergadering van kerken) is eindverant-woordelijk voor de landelijke beheersdaden.

De evangelisch-lutherse synode is verantwoordelijk voor het beheer van de evangelisch-lutherse gemeen-ten. De kerk kent op verschillende niveaus instanties die betrokken zijn bij de beheerswerkzaamheden.

Hoe vindt het beheer plaats?

De kerkenraad maakt een regeling, waarin ze vastlegt hoe het beheer wordt gevoerd en wie voor de ver-schillende taken de verantwoordelijkheid draagt. De uitvoering kan dus per kerkelijke gemeente verschillen. De beheerders werken in ieder geval mee aan het opstellen van een integraal beleidsplan van de kerken-raad. Hierin is in het algemeen vastgesteld: het werven van geld; opstellen van een begroting waaruit blijkt hoe het geld wordt uitgegeven; zorgdragen voor de administratie van inkomsten en uitgaven; opstellen van een jaarrekening waarin verantwoording wordt afgelegd van de inkomsten en de uitgaven; het uitvoeren van een personeelsbeleid; onderhoud van de gebouwen en goederen; registratie van leden, doop, huwelijken.

De beheerders richten zich in hun werk naar de inhoudelijke keuzes die gemaakt zijn in het beleidsplan, natuurlijk in overeenstemming met de begroting. De gemeenteleden krijgen de gelegenheid hun mening te geven over begroting en jaarrekening voordat ze worden vastgesteld. Dit geldt ook voor de genoemde be-heersregeling. De beheerscolleges hebben voor sommige ingrijpende handelingen vooraf instemming nodig van de kerkenraad. Dat is aan de orde als ze bijvoorbeeld een gebouw verkopen, ingrijpend veranderen of afbreken. Zowel de gemeente als de diaconie hebben rechtspersoonlijkheid. De voorzitter en de secretaris van respectievelijk het college van kerkrentmeesters en de diaconie vertegenwoordigen deze rechtsperso-nen.

De plaatselijke gemeente in bredere context

Alle plaatselijke gemeenten vormen samen een kerk (genootschap). Alle leden van een plaatselijke gemeen-te maken daarmee deel uit van de kerk als geheel. Regionaal en landelijk is er samenhang. Deze samen-hang komt ook tot uitdrukking in het beheer. Uitgangspunt is dat meerdere vergaderingen (classis/synode) alleen behandelen wat aan hen is opgedragen of wat niet kan worden afgedaan in de plaatselijke vergade-ringen. Populair gezegd: wat verantwoord plaatselijk kan, moet je plaatselijk doen. Dat geldt ook voor beheer en financiën. Om invulling te geven aan de onderlinge solidariteit en verantwoordelijkheid zijn op het gebied van het beheren van geld en goederen ook bovenplaatselijke voorzieningen getroffen. Het gaat dan om za-ken waarvan de belangen boven die van de gemeente uitstijgen, waar personen bij betrokken zijn en/of die het voortbestaan van de gemeenten kunnen raken. Deze voorzieningen zijn erop gericht de gemeente te ondersteunen bij hun beheersmatige taken en in de kwaliteit daarvan te optimaliseren. Gemeenten functio-neren in hoge mate zelfstandig, maar staan niet op zichzelf.

Toezien op zorgvuldige beheer

Omgaan met geld, goederen en personeel moet zorgvuldig gebeuren. Om de kwaliteit zo goed mogelijk te garanderen, is afgesproken dat een aantal deskundigen van buiten de eigen gemeente meedenkt en mee-kijkt naar het beheersmatig reilen en zeilen van de gemeente. Deze specialisten zijn kerkleden die op vrijwil-lige basis meewerken. Zij vormen samen het regionaal college voor de behandeling van beheerszaken, (RCBB).
De gemeente stuurt jaarlijks haar begroting en jaarrekening naar deze mensen. Zij voeren een veiligheids-check uit. Zij kunnen adviezen of aanwijzingen geven voor verbetering als er onverhoopt iets niet in orde blijkt te zijn. Deze taak is wel vergeleken met de APK-keuring van auto's. Meestal bevestigt de controle de goede staat van de auto, maar een enkele keer doen zich ernstige gebreken voor. Dan is ter wille van de veiligheid van eigenaar en overige verkeersdeelnemers reparatie noodzakelijk en verplicht. Een goede keurmeester wijst de eigenaar ook op zaken waar in de toekomst extra op gelet moet worden. Toezicht in de kerk heeft dezelfde bedoeling. De kerkelijke taak van toezicht en advies is te beschouwen als een kwaliteits-keurmerk voor het beheer in de gemeenten.
Het toezicht gaat over de financiën en over een aantal specifieke zaken, zoals ingrijpende handelingen ten aanzien van monumentale gebouwen en orgels of overheveling van diaconale gelden naar het vermogen van de gemeente. Het college kan in hele bijzondere situaties bepaalde voornemens afwijzen. Dat zal bij-voorbeeld gebeuren als er onvoldoende financiële middelen zijn. Maar voordat men tot zo'n conclusie komt, overlegt het college uitvoerig met de betrokken mensen in de plaatselijke gemeente.
Bijna iedere gemeente krijgt vroeg of laat te maken met het aanstellen (beroepen) van een predikant. De kerkenraad vraagt het RCBB een verklaring af te geven, waaruit blijkt dat de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Dat is prettig voor de predikant, omdat deze dan ook zeker weet dat de gemeente de predikant structureel kan betalen.
Bij alle advies, toezicht en besluiten tot instemming, zullen de mogelijkheden en gevolgen op langere termijn voor de gemeente leidraad zijn. Want het doel van toezicht is het welzijn en de continuïteit van de gemeente te dienen. Mocht een kerkenraad of college bezwaar hebben tegen een besluit van het toezicht, dan kan beroep worden aangetekend bij het landelijk college voor de behandeling van bezwaren en geschillen.

Meer informatie

Wanneer het voorgaande bij U vragen heeft opgeroepen zijn deze door te geven aan het secretariaat van de plaatselijke SOW-kerken. Daarnaast is er veel informatie voorhanden op de website van het Landelijk Diensten-centrum van de SOW-kerken te Utrecht (www.sowkerken.nl).

main