de classis in de pkn

Een classis is een bestuursorgaan binnen de kerkelijke organisatie dat samenwerkt met de aangesloten kerken binnen een geografisch gebied. De kerkenraden van de aangesloten kerken vaardigen mensen af naar de classicale vergaderingen. De classicale vergaderingen zijn cruciaal in de opbouw van de PKN, een organisatie met een presbyteriaal-synodale karakter.

Kenmerk van dat presbyteriaal-synodale model is, dat de leden daarin belijden dat Christus het hoofd is van de kerk. In de plaatselijke kerkelijke gemeenten geven de ‘oudsten’ (de presbyters) leiding. De oudsten, dat zijn alle ambtsdragers, komen samen in presbyteria: kerkenraden. Deze komen op hun beurt samen in een regionale vergadering en uiteindelijk in een landelijke synode (synode=samenkomst). De gemeenten druk-ken met hun gezamenlijke vergaderingen uit, dat ze zich tot één kerk geroepen weten.

De verenigde kerk heeft ongeveer 2700 (wijk)gemeenten. Deze kerkelijke gemeenten vergaderen samen in regionaal verband: de classis. Begin jaren negentig van de twintigste eeuw zijn de hervormde en gerefor-meerde classisgrenzen gelijk getrokken en zo zijn er 75 classes vastgesteld.

Classis betekent letterlijk ‘vloot’. Dat is een mooi en passend beeld. In een vloot gaat het om afzonderlijke schepen die ieder op zich prima kunnen varen. Maar als vloot hebben ze dezelfde koers en ze sturen af op een gezamenlijk doel. De grote schepen net zo goed als de kleine, en de langzame net zo goed als de snel-le schepen. Onderweg zal het er op elk schip anders toegaan, al naar gelang de mogelijkheden van het schip en de bemanning.

Kerkenraden sturen dus een afvaardiging naar de classicale vergadering, en de classicale vergadering vaardigt af naar de generale synode. In deze vergaderingen worden afspraken gemaakt, die voor alle ge-meenten gelden. Ze staan in kerkorde en ordinanties. De gemeenten zijn aanspreekbaar op die onderlinge afspraken.

Taken van de classis

De taken van de classicale vergadering komen overeen met de plaats van de classis tussen gemeente en generale synode in. In de classis gaat het dus om een dubbele verantwoordelijkheid.
• die van de relatie tussen de plaatselijke kerkelijke gemeenten en de landelijke kerk en
• die van de relatie tussen de plaatselijke kerkelijke gemeenten onderling.

De classis vervult een scharnierfunctie en is daarmee ook de plaats waar de kwaliteit van de kerk centraal staat. In gehoorzaamheid aan Christus wordt gemeenschap geoefend en beoefend.

De relatie tussen de plaatselijke kerkelijke gemeenten en de landelijke kerk , wordt door de kerk onder ande-re op de volgende punten onderhouden:
• het voeren van het kerkelijke gesprek om van daaruit de synode te kunnen laten weten wat en hoe er allerlei zaken spelen in de gemeenten;
• het kiezen en afvaardigen van ambtsdragers naar de synode en het bespreken van hun verslagen van synodezittingen;
• het considereren (bespreken en van commentaar voorzien) van kerkorde- en ordinantiewijzigingen;
• het bemensen van de regionale colleges door voordrachten te doen (opzicht, beheerszaken, bezwa-ren en geschillen) of rechtstreeks te benoemen (visitatie).
• het overleg plegen met het college van visitatoren en kennisnemen van hun overzichten van het ker-kelijk leven in de classis.
In het zorgdragen van de contacten tussen de plaatselijke kerkelijke gemeenten, staan voor de classis de volgende punten centraal:
• het onderlinge gesprek over van alles dat gaande is in gemeenten, want van uitwisseling van erva-ringen kan veel ondersteuning, bemoediging en toerusting uitgaan;
• het bespreken van de verslagen van door de classicale vergadering ingestelde commissies;
• technisch-administratieve zaken: van het vaststellen van gemeentegrenzen tot en met het instellen en benoemen van commissies die noodzakelijk of nuttig geacht worden en het kennisnemen van plaatselijke regelingen die naar de classicale vergadering gestuurd worden.
• alles wat met het komen en gaan van predikanten te maken heeft;
• het oog hebben voor, stimuleren van en (mede) uitvoering geven aan samenwerking op allerlei ter-rein van gemeenten, waar dat nuttig, nodig of wenselijk is; van het samenvoegen van gemeenten in een streekgemeente tot en met het organiseren van een classicale open kerkdag;
• het ondersteunen van het ringverband, waarin de kerkelijke gemeenten bijeen komen voor de onder-linge opbouw, het verzorgen van de waarneming en consulentschappen en het bezinnen op vragen met betrekking tot kerk en gemeenten.

En dan zijn er nog de algemene zaken zoals het maken van een beleidsplan voor de classis, een rege-ling voor het eigen functioneren, verkiezingen, benoemingen, afhandeling van binnengekomen zaken en de classicale financiën.

Samenstelling van de classis

Elke classis heeft gemiddeld 35 kerkelijke gemeenten. Elke kerkenraad vaardigt twee ambtsdragers af naar de classicale vergadering, zodanig dat de verhouding van predikanten, ouderlingen, diakenen, kerkrent-meesters van het gehele college 3:3:2:2 is. Daar zijn inmiddels roosters voor opgesteld. Dat wijkt dus af van wat de kerken vroeger gewend waren. Bij een voltallige vergadering zullen ongeveer zeventig mensen aan-wezig zijn. Overigens is de classis de eerste plek waar de kerk volledig verenigd is.

Werkwijze van de classis

De classis vergadert minimaal vier maal per jaar. Op de eerste vergadering van het nieuwe kalenderjaar wordt uit het midden van de vergadering een moderamen van tenminste drie mensen gekozen, waarvan in ieder geval één predikant is. In dezelfde vergadering worden ook een aantal andere leden in het breed mo-deramen van de classicale vergadering gekozen.

Bij de werkwijze hoort ook, dat een aantal classes in een regio (meestal de provincie) samenwerken met het oog op een paar specifieke taken. Die taken zijn opgedragen aan colleges en commissies. Het gaat om ta-ken als opzicht, bezwaren en geschillen, behandeling van beheerszaken en visitatie. Het werk van de com-missies (bijvoorbeeld de commissie voor de dienstverlening ten behoeve van de opbouw van de gemeenten) moet zo zijn dat hun deskundigheid voor meerdere classes toepasbaar is.

main