de kerkenraad in de pkn
De kerkenraad in de PKN.

Het grootste deel van het werk in de kerkelijke gemeente wordt door de gemeenteleden gedaan. Zij stellen daarvoor veel van hun vrije tijd beschikbaar. De ouderlingen en diakenen vormen samen met de predikant de leden van de kerkenraad. Zij spelen een centrale rol en dragen gezamenlijk en individueel de opbouw van de kerkelijke gemeente. Hoewel zij veel vergaderen, is hun werk geestelijk van karakter. Zij dragen verantwoordelijkheid voor het geestelijke en praktische leven in de gemeente. Tegelijk heeft ieder een individuele taak voor de pastorale en diaconale zorg aan gemeenteleden en anderen.
De ambtsdragers, komen uit de kerkelijke gemeente. Zij worden door God en de gemeente geroepen leiding te geven aan die gemeente. Er komen vandaag de dag indringende vragen op de gemeente af. Dat maakt het niet altijd eenvoudig om ambtsdrager te zijn. Problemen, zowel geestelijke als zakelijke, zijn ingewikkeld. De kerkelijke gemeente kent uiteenlopende opvattingen en geestelijke noden. Het kost de ambtsdragers veel tijd en energie. Het is niet verwonderlijk dat mensen terugschrikken voor het ambt als zij daarvoor gevraagd worden. Reden om in de kerkorde (kerkelijke regelgeving) van de PKN zorgvuldig met de ambten en de ambtsdragers om te gaan.

De kerkenraad is voor de kerkelijke gemeente niet hetzelfde als de gemeenteraad voor de burgerlijke gemeente. Kerkenraadsleden zijn niet gekozen als vertegenwoordigers uit de kerkelijke gemeente, maar ze worden uit de gemeente geroepen tot het ambt. De kerkenraad is geen gemeentevertegenwoordiging. Ze is geroepen geestelijk leiding te geven. Zij vormt een kritische instantie tegenover de kerkelijke gemeente, om de gemeente voortdurend aan haar roeping en opdracht in de wereld te herinneren. Zij wijst de gemeente op de taak die zij te verrichten heeft en gaat haar daarin voor. Geen ‘democratie’ dus. De kerkenraad heeft wel de taak de gemeente over belangrijke zaken te raadplegen. Zij kan niet in isolement en per decreet leiding geven. Leiding geven begint bij het luisteren naar wat er leeft in de gemeente, naar de vragen en noden, naar het geloofsverstaan en de geloofstwijfel van gemeenteleden.

Welke verantwoordelijkheid draagt en kerkenraad?

De kerkenraad is verantwoordelijk voor het geestelijke leven van de gemeente. Haar taak is onder meer:
• de zorg voor de dienst van Woord en sacramenten;
• de opbouw van de gemeente
• de missionaire en diaconale taken van de gemeente in de wereld;
• de bevordering van het contact met de andere kerken ter plaatse;
• het beheer van de financiën en de eigendommen van de gemeente;
• het vaststellen van begroting en jaarrekening;
• het kiezen van afgevaardigden naar de klassikale vergadering;
• het officieel vertegenwoordigen van de gemeente.

De kerkenraad bestuurt de plaatselijke kerk of gemeente en geeft richting aan het leven van de kerkelijke gemeente. Zij schept ruimte waarbinnen alle leden van de gemeente tot hun recht kunnen komen en hun kwaliteiten en deskundigheden kunnen inzetten voor het geestelijke leven en de opbouw van de gemeente. De kerkenraad speelt zo een sleutelrol in de protestantse traditie. Het hart van de kerk klopt immers in de plaatselijke gemeente. Daar wordt het woord verkondigd, de doop bediend, het avondmaal gevierd, vindt de pastorale zorg plaats en krijgt de verantwoordelijkheid voor de wereld gestalte. De kerkenraad draagt voor al deze zaken de verantwoordelijkheid.

De ambtsdragers onderhouden ook de contacten met de buurgemeenten en de landelijke kerk. De ambtdragers vormen de schakel van de plaatselijke gemeente met de classis (vergadering van de kerken uit de eigen regio) en verder met de synode (landelijke kerkvergadering). De plaatselijke kerk staat niet op zichzelf. In de protestantse traditie zijn de plaatselijke ambtsdragers, de regionale vergadering en de landelijke synode verantwoordelijk voor het leven van de kerk, plaatselijk, regionaal en landelijk.

De sleutelrol van de kerkenraad is vastgelegd in de kerkorde. In de kerkorde staat wat de taken en bevoegdheden van de kerkenraad zijn en hoe zij verkozen wordt. Toch is voor veel kerkenraadsleden de kerkorde van de eigen kerk geen dagelijkse kost. Al doende leren zij van elkaar wat hun taken en verantwoordelijkheden zijn. Alleen in bijzondere situaties grijpen ze terug op de kerkorde. De nieuwe kerkorde heeft over het geheel genomen voor het reilen en zeilen van de kerkenraad geen ingrijpende gevolgen.

De kerkelijke gemeente kiest de ambtsdragers. De ambtsdragers vormen samen de kerkenraad. De kerkenraad bestaat uit ouderlingen, diakenen en predikant(en). Sommige ouderlingen zijn ouderling-kerkrentmeester. Kerkenraadsleden worden voor vier jaar gekozen. Zij zijn aansluitend éénmaal herkiesbaar. Elf maanden na een dubbele termijn zijn zij weer verkiesbaar. Elke gemeente heeft een kerkenraad; elke wijkgemeente heeft een wijkkerkenraad.

Plaatselijk zelf beslissen

Iedere kerkenraad is zelf verantwoordelijk voor de plaatselijke kerkelijke gemeente. Er zijn hervormde gemeenten, gereformeerde kerken en lutherse gemeenten; zo is het ook na de vereniging van de kerken op landelijk en regionaal niveau. Geen enkele kerkenraad is verplicht samen te gaan met andere kerkenraden. De kerkenraad kan echter de behoefte voelen om de eigen kerk of gemeente te verenigen met een andere plaatselijke gemeente of kerk. Ze kan daartoe het besluit nemen, nadat ze overleg heeft gevoerd met de eigen gemeenteleden.

De kerkenraad beslist in belangrijke gevallen pas nadat zij overleg heeft gevoerd met de kerkelijke gemeente. Het gaat dan om wezenlijke beslissingen. Je moet dan denken aan de vraag of een gemeente doopleden wil toelaten aan het avondmaal. En aan de vraag of doopleden ook kiesrecht hebben of dat men het kiesrecht wil beperken tot de belijdende leden. Zo zijn er talloze andere voorbeelden te geven: bijvoorbeeld de wijze waarop ambtsdragers worden gekozen, de vraag of alternatieve levensverbintenissen gezegend kunnen worden en de vraag of de gemeente een samenwerkingsverband zal aangaan met een andere gemeente.

De verenigde kerk laat veel regelingen over aan de kerkenraad. Zij beslist nadat zij haar eigen kerkelijke gemeente gehoord heeft. Elke kerkenraad zorgt zelf in ieder geval voor een regeling voor de verkiezing van de ambtsdragers, een huishoudelijke regeling, een regeling voor het beheer van de financiën van de gemeente en om de vier jaar een nieuw beleidsplan. Elke kerkenraad bepaalt zelf welke commissies, sectieteams en/of taakgroepen zij installeert.

De kerkenraad wordt in haar werk ondersteund door twee colleges: het college van kerkrentmeesters (de huidige commissie van beheer) en het college van diakenen.
Het college van kerkrentmeesters wordt gevormd door de ouderling-kerkrentmeesters samen met de kerkrentmeesters die geen lid zijn van de kerkenraad. Het college van kerkrentmeesters stemt het beleid af op het beleid van de kerkenraad.
De diakenen vormen samen het college van diakenen, de diaconie. Ook de diaconie stemt het beleid af op het beleid van de kerkenraad.


main